Zelfs in de jaren van ouderdom, onderzoekt Louis Van Lint verder zijn plastische taal: de elegantie en synthese van de arabesk, de transparantie en helderheid van kleur, de dingen worden uitgedrukt in hun essentie, zonder hun intensiteit te verliezen. De werken van de laatste jaren uiten een royale warmte, vertonen een inhoudelijke lyriek, evenals hun aanwezige achtergrond van angst, zo niet soms zelfs enkele gewelddadige accenten.
Ze weerspiegelen een diepe spirituele aspiratie opzoek naar een verlangen van diepe formele afwikkeling. In het register van de lyrische abstractie, toont Louis Van Lint eens te meer dat hij zijn gelijke niet kent als het gaat om het bepalen van kleuren in de mobiele arabesk ontwerpen niet gehinderd door hun straling. Dit komt ten volle tot uiting in Dagelijks meanders (Méandres journaliers), dit gigantisch gouache-aquarel laat zich wederom inspireren door herinneringen de stranden, en is verworven in 1980 door het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van België. Drie jaar later wordt een selectie van zijn werk gepresenteerd bij de publicatie van een monografie geschreven door hoofd Curator Philippe Roberts-Jones. Ondertussen, in 1982, verwerft de Belgische Senaat één van de grootste doeken die de kunstenaar ooit realiseerde, genaamd Ballet of conflict (Ballet ou conflit). Zijn laatste werk met voorspellende titel, De drempel van het onbekende (Seuil de l'inexploré), werd geschilderd door Van Lint kort voor hij stierf door zijn cerebrale trombose op 27 december 1986.